Benodigdheden: emmer, vulslang en eventueel een handdoek.
Controleer altijd eerst de waterdruk van je cv-installatie, voordat je gaat ontluchten. De waterdruk van je cv-ketel moet tussen de 1,5 en 2 bar staan. Je leest dit cijfer eenvoudig af op het display van je ketel. Als de druk te laag is, kan het water niet goed meer rondgepompt worden en zal de cv uitvallen of het water niet goed warm meer worden. Het water moet dan bijgevuld worden. Een klusje dat al in vijf minuten geklaard kan worden als je onderstaand stappenplan volgt:
Stap 1: Draai de thermostaat omlaag en wacht tot de cv-ketel afgeslagen is (of trek de stekker van de ketel uit het stopcontact).
Stap 2: Pak de vulslang en bevestig deze aan de waterkraan.
Stap 3: Draai de kraan open en wacht tot de slang vol is. Houd je duim op het andere uiteinde van de slang. Draai de kraan weer dicht als de slang vol is.
Stap 4: Bevestig nu de andere kant van de vulslang aan de speciale vulkraan. Deze vind je altijd in de buurt van de ketel of het expansievat.
Stap 5: Zet nu eerst de waterkraan open en vervolgens de vulkraan.
Stap 6: Sluit de vulkraan als de drukmeter ongeveer 1,8 bar aangeeft.
Stap 7: Sluit daarna pas de waterkaan af en laat het overtollige water in een emmer weglopen.
Omdat er belletjes ontstaan kunnen zijn door het bijvullen, is het nu tijd om de verwarming te ontluchten. Let op: na het ontluchten van je verwarming dien je het water nóg een keer bij te vullen!